Stang en trens: Hoe begin je? Emmelie Scholtens geeft haar ervaringen
In de hogere dressuurklasses zie je combinaties steeds vaker rijden met stang en trens. Dit is toegestaan vanaf de klasse Z1 en is bedoeld om de hulpen te verfijnen om een nog rustiger beeld te creëren. Maar hoe begin je hier eigenlijk mee als je de overstap gaat maken van de M2 naar het Z1?
De onderlegtrens ligt op dezelfde plaats als je gewone trens. Daardoor blijft deze maat hetzelfde. Heb je als trens 12,5 cm, kun je voor de onderlegtrens ook 12,5 cm kiezen. Het is ook altijd aan te raden om als onderlegtrens dezelfde trens te kiezen die je als gewone trens ook hebt. Hierdoor voelt de nieuwe stang en trens combinatie voor je paard vertrouwder aan en zal het paard makkelijker doorlopen op de stang en de trens. Wel is het verstandig om goed te kijken naar de dikte van de onderlegtrens. Het paard krijgt namelijk meer in zijn mond waardoor er minder ruimte is. Een te dik bit is dan dus onprettig.
De stang ligt lager in de mond dan de trens. Hierdoor is het aan te raden om de stang een halve tot een hele maat kleiner te nemen dan de onderlegtrens. Zorg ervoor bij het inhangen van de stang en trens dat deze niet tegen elkaar hangen, maar ook zeker niet te ver uit elkaar. Een halve centimeter is genoeg. De kinketting moet je losjes vastmaken onder de kaak door. Het is verplicht om een kinkettingbeschermer te gebruiken.
Hoe maak jij de keuze als je een jong paard krijgt die voor het eerst op stang en trens gaat lopen?
Ik pak altijd als onderlegtrens het bit waar ze altijd op gelopen hebben. Dus hetzelfde type bit als waar ze altijd als trens op liepen, maar dan het onderlegtrens model. Als stang kies ik eigenlijk bijna altijd eentje die een lichte tongboog heeft en de paarden dus wat tongvrijheid hebben. Ik kies altijd als eerste de 14 mm dikke stang. Als je een jong paard een stang van 12 mm dik in doet, dan worden ze vanaf het eerste moment te bang van het bit. Deze stang werkt dan te streng in. Ik vind wel dat paarden vaak gewoon doorlopen, alsof er niks veranderd is. Ik denk als je gewoon dezelfde onderlegtrens pakt als gewone trens, dat dat al heel veel scheelt.
Als een paard dan hoger loopt, verander je dan wat aan de stang of de onderlegtrens?
Een lange schaar werkt anders in dan een korte schaar. De lange schaar is in eerste instantie vriendelijker, maar als je langer druk houdt, werkt hij meer in dan een korte schaar.
Bij een korte schaar komt hulp veel sneller aan. Maak je bij een korte schaar een kleine, korte ophouding, werkt de korte schaar sneller en duidelijker in.
Aan wie vraag je om advies als het zoeken naar de juiste combinatie niet meteen lukt? Je trainer, je dealer of je collega ruiters?
Ik haal mijn advies bij de bittenspecialisten van het Drunens Ruiterhuis. Sommige dingen moet je met elkaar overleggen en kijken naar hoe het paard aanvoelt. Ik rijd al jaren met Sprenger. Ik heb weleens wat anders geprobeerd, maar ik ga toch altijd terug naar Sprenger. Maar ook dan blijft het nog zoeken wat bij je paard past en wat je zelf prettig vindt. Dan is het fijn om met iemand te kunnen overleggen en de bitten te kunnen proberen.
Wil je dus graag gebeld worden door een van onze bittenspecialisten voor overleg of advies?
Lees dan hier meer over onze bitfit service!
Opmerkingen