Vier samen met ons het 50 jarig bestaan van Drunens Ruiterhuis!

Shop zomer essentials én sale, op=op

EEN GOED BIT IS BELANGRIJK IN DE OPTOMING VAN JOUW PAARD!

EEN GOED BIT IS BELANGRIJK IN DE OPTOMING VAN JOUW PAARD!

EEN GOED PASSEND BIT IS BELANGRIJK IN DE OPTOMING VAN JOUW PAARD!



Naast het zadel wordt één belangrijk onderdeel in de optoming vaak vergeten namelijk: het bit. Bitten zijn er in vele soorten en maten. Hoe weet je nu of je het goede bit bij jouw paard hebt? Ben je een wedstrijdruiter of wil je recreatief rijden? Allemaal factoren die meespelen in de keuze voor het juiste bit.

Bitten zijn zo vriendelijk als de hand van de ruiter. Echter zijn er vele factoren afhankelijk om het goede bit te vinden. De opleiding van jouw paard, leeftijd, karakter en de anatomie van het hoofd zijn allemaal factoren die daarmee te maken hebben. Op een aantal van deze factoren kun jij als ruiter invloed uitoefenen. Onder andere door de anatomie van het paardenhoofd te begrijpen. Als je weet waar de drukpunten van het paardenhoofd zitten en als je weet welk bit het beste zou passen bij jouw paard dan kan dat de training ten goede komen. Een goed bit is pas het begin van een goede training. Professionele ruiters wisselen regelmatig het bit om te zien of paarden er beter mee lopen. Ook gebruiken sommige een ander bit tijdens wedstrijden dan thuis. Dit doen de ruiters om net even meer scherpte te krijgen.

De anatomie van het paardenhoofd


Elk paardenhoofd is anatomisch anders en reageert dan ook anders op een bit. Om te weten of jij het goede bit hebt voor je paard zal je eerst meer moeten weten over de anatomie van het paard en de correcte optoming van het hoofdstel.
Het paardenhoofd bezit net als een mensenhoofd diverse zenuwpunten. Deze punten kunnen van invloed zijn op het gedrag van jouw paard. Het ene paard is gevoeliger dan een ander paard.
Welke drukpunten op het paardenhoofd zijn van invloed op het gebit?

  1. Achter de oren van het paard komen de zenuwuiteinde van de hals bij elkaar. Wanneer het kopstuk van jouw hoofdstel te krap achter de oren zit, krijgt het paard hoofdpijn en dat kan de oorzaak zijn dat jouw paard zijn hoofd kantelt of schudt.
  2. Neusbot: In het neusbot liggen de luchtwegen. Wanneer de neusriem te laag zit klem je de luchtwegen en de bijbehorende zenuwen af.
  3. Mondlagen en de tong: de dikte van de lagen (zijkanten van de mond) bepalen samen met de tong hoeveel ruimte er is in de mond.
    Daarnaast is de dikte en breedte van de tong ook van belang. Hoe dikker de tong van het paard hoe dunner het bit is.
  4. Onderkaak: Bij de meeste paarden loopt de onderkaak in een ronde. Daardoor valt de tong mooi naar beneden. Bij sommige paarden is de vorm van de onderkaak echter recht. Waardoor de tong minder ruimte heeft. Je kunt dit zelf voelen door je vinger onder zijn tong te leggen.
  5. Gehemelte: Hoe lager het gehemelte hoe dunner het bit moet zijn.

foto anatomie paard

Optoming


We hebben de drukpunten van het paard besproken. Zit je neusriem te laag dan druk je de luchtwegen dicht. Wanneer er te weinig ruimte achter de oren is kan je paard hoofdpijn krijgen. Daardoor ontstaat er druk achter de oren wat een paard als vervelend kan ervaren.

Hieronder vind je een plaatje van de correcte optoming bij een trenshoofdstel:

  1. Kopstuk: Het kopstuk moet niet de strak achter de oren van het paard liggen. Hier liggen de zenuwpunten bij de schedel.
  2. Frontriem: Zorg ervoor dat je frontriem niet te strak zit. Wanneer je een paar vingers achter de frontriem kunt steken is dat prima.
  3. Neusriem: Met een aansnoerneusriem moet je ervoor zorgen dat de neusriem niet drukt op het neusbot. Met twee vingers onder het jukbeen moet de neusriem zitten.
  4. Sperriem: De neusriem zorgt ervoor dat je paard zijn mond niet open kan doen. Zorg ervoor dat deze niet te strak zit. Twee vingers ruimte is voldoende.
  5. Keelriem: De keelriem zit bij de luchtwegen van een paard. Zodra het paard het hoofd naar voren kantelt moet de keelriem nog los zitten. Wanneer je hier een vuist tussen kunt doen heeft het paard voldoende ruimte.

foto hoofdstel

Opmeten bit


Wanneer je met twee vingers in de mond kunt van je paard zonder dat hij erop bijt biedt de mond van het paard genoeg ruimte voor een bit. Een normaal bit is 16 of 18 mm dik. Heeft je paard minder dan twee vingers ruimte in de mond? Dan moet je paard een kleinere bit maat bijvoorbeeld 14mm.
Twijfel je zelf over de maat van het bit? Van Sprenger bestaan er een meetkaart waarmee je de mond van het paard op kunt meten.

 Hoe meet je jouw huidige bitmaat op?

  • Bij een bit met losse ringen meet je de ringen op van de binnenzijde tot binnenzijde van de ring.
  • Een bit met vaste ringen zoals een d-trens meet je zo dicht mogelijk van de ring naar de andere zijde van de ring.
  • Een stang meet je op van binnenzijde schaar tot binnenzijde schaar.

Onderhoud

Daarnaast is onderhoud aan het bit en de paardenmond ook erg belangrijk. Spoel je bit altijd netjes af na het rijden. Raadpleeg een tandarts om te controleren of jouw paard geen last heeft van bijvoorbeeld haken. Overleg met je trainer of ga voor goed advies voor een bit naar jouw ruitersportspeciaalzaak. Let op kies altijd een bit wat past bij jouw trainingsniveau.